Tila

Glunderend komt ze thuis, na het weekend in Leiden geweest te zijn. ‘Ik heb een nieuwe bijnaam!’ Ja daar wordt het lieve kind blij van, van bijnamen. Ze heeft er al een aantal waaronder: ‘Onsubtila’ en ‘Fantastila’. Ben benieuwd wat er nu weer is bijgekomen. ‘Nou, kom maar op, laat maar horen.’ Met haar mooie blonde krullen staat ze daar en zegt ze met een glimlach van oor tot oor: ‘Tilarisch!’ Een goeie terechte bijnaam, net als die andere twee trouwens.

In 2011 kwam mijn jongste broer met zijn gezin op bezoek bij ons toen we in Brazilië woonden. Zijn jongste dochter Tila bedacht toen, dat als ze 18 was, dat ze dan bij ons wilde wonen. Dat leek haar wel wat natuurlijk, lekker een jaar in het buitenland bivakkeren. Het lot besliste anders en ook weer niet. Wij kwamen terug naar Nederland. Maar toen het nichtje 18 was, besloot ze om een opleiding in Geldermalsen te volgen. En wij bedachten even later om een watertoren te kopen in Zaltbommel. Tila kreeg het nieuws als eerste te horen en riep: ‘Nu komen al mijn wensen uit! En in een watertoren wonen èn bij jullie wonen èn een hond!’ Dat laatste was een duidelijk ‘heel misschien’ gevalletje geweest, maar je kan ook niet alles hebben in het leven. En zo trok het nichtje doordeweeks bij ons in. De hond kwam er niet.

Het is een echte bikkelchick, want in zo’n toren wonen is denk ik niet aan iedereen besteed, zeker niet in de winter. Op haar kamer wordt het nooit echt warm, maar ik heb  haar er niet over horen zeuren. Tila en ik zijn de winter grotendeels samen doorgekomen, daar de watertorenheer voor werkzaamheden toch weer in het buitenland zat, hij wel.

Het is echter bepaald geen straf om Tila in huis te hebben. We hebben nogal dezelfde humor en lachen dus wat af. We lijken sowieso behoorlijk veel op elkaar qua karakter en ook dat werkt gelukkig niet tegen ons. Zo houden we van dezelfde muziek, knutselen, van wandelingetjes maken, dezelfde series en lekker eten. We houden niet van random televisie kijken, suffe mensen, grafgrijze meubels en holle frasen. En we hebben fijne afspraken met elkaar gemaakt. Als het buiten warmer is dan in de keuken (en dat is het al snel), eten we buiten. Als de wasmachine klaar is en een wijsje speelt (ja dat doet onze wasmachine) en we zijn beiden in de keuken, moet er gedanst worden. Dat is maar een kort dansje maar daarom niet minder spectaculair, geloof me.

En al lijken we beiden altijd vrolijke Fransen, ook dat is niet altijd het geval. Maar de één beurt de ander op en andersom.

Op een middag heb ik de halve schuur van buiten schoongemaakt en geverfd. Ik ben moe, maar zou nog koken. Uitgeput lig ik in de hangmat. Daar komt Tila, ze heeft een idee. We hebben nog wat pitabroodjes over en ook nog wat andere restjes. Ze kan kleine pizzaatjes maken! Vijf minuten later komt ze na een inventarisering gemaakt te hebben, als een ware serveerster met een notitieblokje bij me staan. ‘Wat wilt u graag als topping  mevrouw?’ ‘Wat heeft u allemaal?’ We hebben: ’Champignons, groene asperges, paprika, Parmezaanse kaas en serrano ham.’ Ik geef mijn bestelling op en laat een windje. Ja toen de watertorenheer niet in de buurt was, vervaagden er wat grenzen bij Tila en mij. Dus lieten we er nogal eens één vliegen in elkaars bijzijn. Ik lieg nu een beetje, want het aan-of afwezig zijn van de heer heeft er eigenlijk niks mee te maken. Maar ik veins even alsof we normaal heel beleefd en bescheiden zijn. Maar goed, waar waren we, o ja ik liet een scheetje. ‘ Mag dat hier ook?’ vraag ik aan de serveerster. ‘Jazeker dat dat mag en voor elke keer dat u dat doet gaat er 10 cent naar een goed doel.’ Tilarisch!

Hopsa!

Restaurante Torre del agua